Recht op mondelinge behandeling

De Hoge Raad heeft onlangs weer twee uitspraken gedaan over het recht op een mondelinge behandeling.

In beginsel heb je in een gerechtelijke procedure altijd recht op een mondelinge behandeling (zie o.a. de hieronder vermelde uitspraken van de Hoge Raad uit 2023 en 2024).
De rechter dient aan partijen desverlangd in principe altijd de gelegenheid te bieden hun standpunt mondeling uiteen te zetten ten overstaan van de rechter die over de zaak beslist.

Dit betekent dat een verzoek om een mondelinge behandeling slechts in zeer uitzonderlijke gevallen mag worden afgewezen. Bijvoorbeeld vanwege aangevoerde klemmende redenen of strijd met de eisen van een goede procesorde. In dat geval geldt bovendien dat de rechter de redenen voor de afwijzing zal moeten vermelden en zijn afwijzing deugdelijk zal moeten motiveren.

In een uitspraak van 18 juli 2025 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat deze (hoofd)regel niet geldt, als een verzoek om een mondelinge behandeling wordt gedaan nadat een daarvoor bepaalde termijn is verstreken. In dat geval kan de rechter dat verzoek op die enkele grond afwijzen.

In een uitspraak van 5 september 2025 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het gerechtshof ten onrechte een einduitspraak had gedaan zonder kenbaar te beslissen op een verzoek om een mondelinge behandeling. Dat verzoek was gedaan, nadat een door de wederpartij bij een onjuist gerechtshof ingediende akte alsnog door het juiste gerechtshof was geaccepteerd en het laatstgenoemde gerechtshof geen gelegenheid meer had geboden om een mondelinge behandeling te vragen. In dit geval kon niet worden gezegd dat het verzoek om een mondelinge behandeling te laat was gedaan.

De recente uitspraken van de Hoge Raad zijn via de links hieronder te raadplegen.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:HR:2024:1434

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:HR:2023:449

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:HR:2025:1240

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:HR:2025:1172

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:HR:2024:1330