De voorzieningenrechter beslist op 11 juni of de beperking die de gerechtshoven hebben opgelegd aan advocaten omtrent de lengte van processtukken voorlopig in stand blijft. Dat bleek woensdag tijdens het kort geding dat 69 advocaten hadden aangespannen tegen de Staat.
dvocatuur en Rechtspraak zijn elkaar in de haren gevlogen over het nieuwe procesreglement dat sinds 1 april geldt bij de hoven. In handelszaken mag het processtuk niet meer dan 25 pagina’s beslaan. Tal van advocaten vinden die beperking onaanvaardbaar. Moreel gesteund door de NOvA startten Wouter Pors van Bird & Bird en 68 andere advocaten een spoedprocedure bij de Haagse rechtbank om de maatregel ongedaan te maken in afwachting van een bodemprocedure.
Nog voor de zitting kwamen Pors en landsadvocaat Karlijn Teuben (Pels Rijcken) overeen prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad. Centraal daarin staat de vraag of de gerechtshoven überhaupt bevoegd zijn om de lengte van processtukken te beperken.
Partijen werden het vooraf echter niet eens over de vraag wat er dient te gebeuren in afwachting van het antwoord van de Hoge Raad. Pors c.s. eisen dat de maatregel wordt opgeschort. De Staat voelt daar niets voor omdat daarmee slechts verwarring zou ontstaan. Volgens Pors valt het met die verwarring wel mee, aangezien advocaten naar zijn zeggen al sinds 1828 gewend zijn om zelf te beslissen over hun processtukken. De Haagse rechter besluit op 11 juni of de maatregel wordt opgeschort. Advocatenblad, 26 mei 2021